Feline immunodeficiency virus (FIV)

Gepubliceerd op 7 april 2022 om 15:08

Het kattenaidsvirus of Feline immunodeficiency virus is wereldwijd een belangrijke oorzaak van zieke katten. Het virus werd voor het eerst ontdekt tijdens het onderzoek van een grote ziekte-uitbraak bij een grote groep zwerfkatten. Deze katten hadden de zelfde ziekte symptomen als mensen met AIDS als gevolg van een Hiv-besmetting. En hoewel deze twee virussen, HIV en FIV, veel op elkaar lijken zijn ze wel soorten specifiek. Zo kan alleen een kat worden besmet met FIV en een mens alleen met HIV. 

FIV is niet te genezen. Eenmaal besmet zal een het het virus voor de rest van zijn leven meedragen. Na verloop van tijd zal het virus het afweersysteem van de kan aantasten.

Wat is FIV?

FIV tast de witte bloedcellen van het immuunsysteem aan waardoor deze afsterven, beschadigd raken of hun normale functie niet meer kunnen uitvoeren. Dit leidt tot een gelijkmatige achteruitgang van het afweersysteem. Nadat een kat besmet is geraakt met FIV heeft deze nog geen verdere symptomen. Pas na twee tot vijf jaar zal het virus zich gaan vermeerderen en kan het immuunsysteem van de kat steeds minder goed zijn werk doen.

Net als bij mensen is het immuunsysteem van de kat erg belangrijk voor het bestrijden van infecties. Katten die besmet zijn met FIV lopen daarom ook een verhoogd risico op ziekte en een besmetting met andere virussen, bacteriën en overige ziekteverwekkers. 

Elke kat kan op elke leeftijd besmet raken, maar de infectie verloopt vaak heel langzaam. Daarom worden klinische symptomen vooral gezien bij katten van middelbare en oudere leeftijd. 

Wat zijn de symptomen van een FIV besmetting?

De eerste fase begint ongeveer in de eerste twee tot vier maanden na infectie. De kat kan dan gedurende een korte periode ziekteverschijnselen laten zien. Het dier zit dan niet lekker in zijn vel, heeft koorts en soms opgezwollen lymfeklieren.

De meeste katten herstellen zich na deze periode en gaan dan naar de tweede fase. Hierin lijkt het dier gezond maar draagt dan FIV met zich mee.

Uiteindelijk komen we in de derde fase terecht. Hierin kunnen allerlei ziekteverschijnselen ontstaan die het gevolg zijn van het FIV virus. Deze zijn vaak erg algemeen. Doordat het afweersysteem van de kat word onderdrukt kan de kat zich niet meer beschermen tegen infecties, zoals Toxoplasmose en andere aandoeningen. De klinische symptomen kunnen erg variëren en hangen af van het type aandoening of infectie. 

De combinatie van meerdere, aanhoudende of terugkerende aandoeningen kan wijzen op een niet goed werkend afweersysteem. Katten die besmet zijn met FIV kunnen steeds terugkerende infecties of aandoeningen krijgen, die erger worden naarmate de tijd vordert. Ook zullen de niet goed op de behandeling reageren als dat normaal het geval zou moeten zijn. Sommige katten zullen echter nooit ziekteverschijnselen vertonen en in fase twee blijven tot het einde van hun leven.

Hoe word de diagnose gesteld?

Er zijn diverse bloedtesten beschikbaar voor het stellen van de diagnose. Sommige testen worden gedaan bij de dierenarts, maar voor een definitief antwoord word er vaak bloed opgestuurd naar een lab voor onderzoek. De rede daarvan is dat er bepaalde factoren zijn waardoor er bij een normale test een vals negatief of vals positief resultaat uitkomt. Dat komt door het volgende:

  • Sommige met FIV besmette katten produceren antilichamen die niet worden waargenomen door een standaard test. In dat geval kan de dierenarts een andere manier van testen proberen, of bloed opsturen naar een laboratorium.
  • in de beginfase van de infectie worden er nog geen FIV antilichamen geproduceerd. Het is daarom belangrijk een dier waarbij een verdenking van FIV is na een negatieve test 8 tot 12 weken later nogmaals te testen.
  • Kittens die geboren worden uit een met FIV besmette moeder hebben niet per definitie FIV. Via de moedermelk komen er wel FIV antilichamen de kitten binnen. Hierdoor krijg je een positieve test uitslag. Maar hoewel de kittens dus wel antilichamen in hun bloed hebben word het virus maar in 30% van de gevallen overgedragen van moeder naar kitten. Als de moeder nog in fase een zit ligt dit percentage hoger. Dan worden gemiddeld 70% van de kittens ook daadwerkelijk besmet met FIV.  Het testen van de kittens is ook lastiger. Doordat de antilichamen nog tot 4 maanden in de kitten aanwezig is kan je ze pas testen op FIV als ze ouder zijn dan zes maanden.
  • Als een kat gevaccineerd is tegen FIV kan dat ook zorgen voor een vals positief resultaat. Mocht je de kat dan willen testen is het het beste dat te doen bij een gespecialiseerd laboratorium.

Behandel methode

Katten worden voornamelijk behandeld om zoveel mogelijk achteruitgang te voorkomen en de kwaliteit van leven goed te houden. veel van de FIV besmette katten kunnen nog een lang en gelukkig leven leiden.

Voor een kat besmet met FIV is het belangrijk dat je bij aandoeningen en ziektes zo snel mogelijk optreed. Omdat het afweersysteem niet meer goed werkt heb je bijvoorbeeld een langere antibiotica kuur nodig of sterkere medicatie. 

Op dit moment is er geen behandeling van een FIV infectie. Er zijn verschillende testen geweest met medicatie die ook door mensen word geslikt bij HIV. Deze zijn helaas vaak niet effectief genoeg, of giftig voor de katten. Momenteel lopen er nog verdere onderzoeken om te kijken naar een blijvende oplossing.

Wat moet je doen als jouw kat FIV heeft?

Het is belangrijk dat je je kat die besmet is met FIV binnen houd. Dit om verspreiding te voorkomen, maar ook worden katten binnen minder blootgesteld aan ziekteverwekkers en andere dieren.

Een goede voeding en verzorging zijn ook erg belangrijk om de kat gezond te houden. Zij hebben hoogwaardige, evenwichtige en complete voeding nodig. Rauwe voeding, eieren en ongepasteuriseerde melk moet worden vermeden. Deze voedingsmiddelen hebben namelijk het risico op verschillende bacteriën en parasieten. 

Ook is het belangrijk een goed parasietenbestrijdingsprogramma aan te houden. Dit zijn goede druppels of medicatie tegen vlooien, teken en wormen. Tevens moet je goed gaan bijhouden welke vaccinaties de kat al heeft of nog moet krijgen. Bij de meeste vaccinaties word er gebruik gemaakt van een verzwakt maar leven vaccin. Voor katten met FIV is dit geen goede optie. Vraag dan ook bij de dierenarts naar een ander vaccin wat wel veilig is voor uw kat. Maar omdat een vaccin het lichaam ook een seintje geeft voor meer witte bloedcellen zal ook het FIV virus verder groeien. Overleg dan ook voor een vaccin met uw dierenarts wat er in uw situatie beter is. 

Katten die besmet zijn met het FIV kan je het beste een keer in een half jaar laten controleren door de dierenarts. Op deze manier zullen veranderingen in de gezondheid van uw kat sneller worden gevonden. De dierenarts zal de kat goed bestuderen en vooral extra aandacht schenken aan de mondholte, huid, lymfeklieren en de ogen. Ook word het gewicht bijgehouden en zullen ze door middel van een bloed monster de aanwezige bloedcellen controleren. 

Ongecastreerde katers en poezen moeten worden gecastreerd. Dit om de stress die gepaard gaan met het dek gedrag en dek seizoen te verminderen. ook zijn gecastreerde katten rustiger en hebben ze minder de behoefte om naar buiten te gaan. Vaak zie je ook dat ze makkelijker om kunnen gaan met andere huisgenoten, en dit voorkomt ook de verspreiding van FIV.

 

Prognose

Als je de diagnose FIV heb ontvangen voor je kat hoeft dit niet een ramp te zijn. Vaak zijn katten nog geruime tijd zonder symptomen en hebben dus ook nergens nog last van. Wel is het belangrijk om na de diagnose al meteen de bovenstaande adviezen op te volgen. Uit onderzoek blijkt wel dat in de meeste gevallen FIV uiteindelijk zal leiden tot een verminderd immuunsysteem. Ook zal FIV in de kat aanwezig blijven, maar door op de juiste wijzen met de kat om te gaan kunnen zij nog voor een lange periode gezond zijn.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.